PTSS
Na heftige incidenten bouw ik een muur om mij heen. Ik duik weg achter mijn muur. Dat is veilig en beschermd, althans dat denk ik. Achter die muur krijg ik een hekel aan alles wat mij lief is.
Ik schreeuw of er iemand is die mij hoort.
Het blijft lange tijd stil.
PTSS had een grote invloed op mijn gedrag en omgang met mensen. Ik verander van een rustig en weloverwogen denkend persoon naar iemand die ongeduldig en onuitstaanbaar is. Langzaam krabbel ik weer terug naar de persoon die ik was.
De fases die ik meemaakte zullen herkenbaar zijn voor velen.
Toen:
Goed bedoelde adviezen interpreteer ik verkeerd. Het past niet in mijn belevingswereld. Dus is het niet waar en is het niet van toepassing op mij.
Bij complimenten die ik kreeg denk ik: “Wat koop ik er voor?” of “Wat heb ik eraan”.
Met minachting kijken naar wat anderen hebben. Verkeerd spiegelen. Een Mercedes voor de deur. Een vrijstaand huis. Een normaal leven. Waarom heb ik dat niet? Ik zie niet wat ik zelf heb. Gun het anderen niet.

Ik stop met praten. Waarom praten als er niets mee gedaan wordt?
Ik stop met luisteren. Waarom luisteren als er niet geluisterd wordt?
Vanuit het niets uitbarsten in een huilbui, terwijl er geen aanleiding toe was.
Ga iets leuks doen! Alsof dat bestaat.
Absoluut dieptepunt:
Het ene moment ben ik poeslief. Een seconde later een bullebak.
Ik word een moeilijke man. Mijn wil is wet. Voor geen rede vatbaar.
Begrijpen mensen mij niet? Begrijp ik mensen niet?
“Geef mij een pistool met 7 kogels, dan maak ik een rondje langs mensen die mij negeerde of niets deden.”
Een wilde fantasie.
Uit onmacht.
Uit frustratie.
Ben ik schuldig aan mijn eigen ondergang?
Tussendoor:
EMDR had twee kanten. Het helpt mij om nare beelden van mij af te zetten. Aan de andere kant word ik heel waakzaam. Daardoor word terugkeer in mijn functie treinmachinist heel moeilijk. Ik zie overal gevaar in.
Ondanks veel negatieve prikkels en gedachten doe ik mooie dingen. Ik ontwikkel mezelf op een positieve manier, maar dat dringt niet tot mij door.
Ik pak fietsen, wandelen en fotograferen weer op.
Daar moest ik wel een drempel voor over. Ik heb er weinig energie voor. Toch doe ik het.
Door het vaker te doen vind ik hierin het plezier weer terug.
Ik word moe van mezelf. Daardoor ben ik iemand die ik niet ben. Door privé-omstandigheden zie ik wat belangrijk is en wat niet. Ik kies voor mezelf. Breek met het verleden.
Ik kom in contact met mensen die niet oordelen of veroordelen. Mij onvoorwaardelijk steunen en mij helpen om mezelf weer terug te vinden.
Ik besef dat ik mijn vak treinmachinist moet opgeven. De manier waarop ik mijn werk doe, gaat niet meer. Daar ben ik heel ongelukkig. Het schaadt mijn gezondheid.
Op eigen kracht kom ik via een project en een detachering in mijn huidige functie terecht.
Nu:

Sta ik weer volop in het leven.
Doe ik leuke dingen.
Ben ik tevreden met wat ik heb.
Ben ik een toegevoegde waarde.
Ook ben ik opnieuw in gesprek gegaan. Er wordt geluisterd, geleerd en verbetert.
Ik maak bewuste keuzes en luister naar mijn lichaam.
Signalen:
PTSS is een sluipende rotzak die veel leed veroorzaakt.
Ik heb mezelf beschadigd. Maar ook andere mensen beschadigd.
Dat ging onbewust. Ik ben mij van geen kwaad bewust.
Op tijd signaleren van klachten en er daadwerkelijk iets mee doen zijn essentieel voor herstel en om onnodig leed te voorkomen.
Het krijgen van de juiste hulp, ondersteuning en nazorg zijn daarbij hard nodig.
Er wordt gezegd dat je het zelf moet doen, maar je kunt en hoeft niet alles alleen te doen.
Vaak is een luisterend oor al genoeg.